Eeuwen terug is de zonsondergang het moment, dat de nieuwe dag begint. Voor heiligen is er een voorfeest op de avond vóór de eigenlijke feestdag en zo ook voor Sint-Nicolaas. De feestdag van de Heilige Nicolaas is 6 december en deze dag begint dan op de dag ervoor, bij het ondergaan van de zon. Volgens de huidige daguren is dat in de avond van vijf december.
Het ontstaan van pakjes geven op vijf december gaat terug naar de 15e eeuw. Rijke studenten geven dan cadeautjes aan arme studenten. Dit gebeurt door Germaanse invloeden. In streken rond Elzas en Lotharingen gebeurt dit al eerder.
In de periode 1665-1668 schildert Jan Havickszoon Steen (1626-1679) “Het Sint-Nicolaasfeest”. Hij verwerkt een surprise in zijn schilderwerk, die in de rechterbenedenhoek is te zien. Een appel ligt op de tafel en in het stuk fruit is een geldstuk geschilderd. Dit is een bewijs dat de surprise al bekend is in brede lagen van de bevolking in de tweede helft van de 17e eeuw. De surprise geeft weer dat iets kostbaars op fijnzinnige wijze is verpakt.
Halverwege de 18e eeuw is het in Nederland de gewoonte oudere kinderen, die tot dan toe zout in hun schoen aantroffen, met een geschenkje te verblijden. Zout is vaak gegeven om voedsel meer te laten smaken.
Het woord “surprise” wordt rond 1800 gebruikt door goede bakkers voor verrassingssnoep. In snoep zit dan een aardigheidje verborgen. Een surprise wordt in de Sinterklaastijd gebruikt als een verrassingsgeschenkje of fopcadeautje.
Sinds het begin van de 19e eeuw gaan de wat meer bemiddelende mannen voor de avond van vijf december leuke cadeautjes kopen voor hun vrouw. In 1843 komt het lied “Zie de maan schijnt door de bomen” uit. De tekst is van Jan Pieter Heije (1809-1876) en de muziek van Joannes Josephus Viotta (1814-1859). Een strofe luidt: “’t Heerlijk avendje is gekomen, ’t avendje van Sint-Nicolaas”. Hieruit blijkt dat de avond van vijf december dan al een feestavond in liedvorm is.
Aan het eind van de 19e eeuw is het gebruik algemeen dat welgestelde mannen en vrouwen elkaar een cadeautje geven op de avond van vijf december. Tegen het jaar 1900 komen er versierde pakjes van papier-maché voor.
Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) wordt het meer algemeen om op vijf december elkaar geschenkjes te geven. Enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) wordt de surprise gemeengoed in de Nederlandse huiskamers op 5 december.
Halverwege de 20e eeuw is pakjesavond in Nederland in alle bevolkingslagen ingevoerd en ook zijn kinderen betrokken bij de viering op 5 december. Deze avond is een gezellige Sinterklaasviering voor het hele gezin, met zang, gedichten, spelletjes, cadeautjes en surprises. De surprise wordt vanaf ±1950 gebruikt om iemand te verrassen, te plagen, voor de gek te houden of een ander in de spiegel te laten kijken om reflecteren naar een gebeurtenis of karaktertrek.
Het begrip “pakjesavond” komt van het brengen van pakjes door ondernemende winkeliers bij gezinnen op de avond van vijf december. Voor een gezellige bijeenkomst zijn op die avond gezinsleden, familiegenoten, vrienden en/of goede kennissen bij elkaar. Met surprises en cadeautjes is het dan het leven toelachen.
Op pakjesavond kan een cadeautje worden gegeven, waarbij het de bedoeling is wat van iemand te zeggen en dan op een ludieke manier. Voor het maken van menige surprise wordt veel tijd vrijgemaakt en creativiteit getoond. Met surprises, gedichten en vermommingen kan iemand op de hak worden genomen. Dan is er de mogelijkheid om op geestige wijze vrijuit een mening te geven of te spreken, waarbij woorden worden toegestaan, die op een ander moment niet zo worden gebezigd. Een voorbeeld is een man die veel huishoudelijk werk verricht een bezem geven en daarbij een passende tekst. Voor een vrouw die dominante trekjes vertoond kan een broek cadeau worden gedaan wat in een bijpassend gedicht tot de uitspraak leidt, dat ze de broek aan heeft.
~~~