In de jaren 1940-1944 is er in België en Nederland op bescheiden schaal werk gemaakt van Sinterklaasvieringen. In deze jaren van de Tweede Wereldoorlog zijn er beperkingen opgelegd om vieringen te organiseren. Ook zijn de financiële middelen krap om veel activiteiten in de Sinterklaastijd te ontplooien.
In de Tweede Wereldoorlog verplaatst Sinterklaas zich niet of heel zelden met de trouwe schimmel; paarden zijn gevorderd door de bezetter en door deze confiscatie niet of nauwelijks aanwezig. De Sint gaat dan ook veelal te voet. Opties zijn verder een auto of een fietstaxi, voorzover deze vervoermiddelen beschikbaar zijn.
In de perioden 1945-1950, de eerste jaren in de tijd van de bevrijding, worden weer Sinterklaasvieringen georganiseerd door comités en verenigingen. Echter, in heel wat gezinnen is het soberheid wat betreft het cadeautjes geven. Dit komt door de schaarse aanwezigheid van producten en de beperkte geldmiddelen. Het gebrek aan financiën speelt vooral in gezinnen waar de vader tijdens de oorlog is omgekomen in het verzet. In dergelijke situaties heeft de Nederlandse Stichting 1940-1945 enige hulp geboden om in een vaderloos gezin toch wat mogelijk te maken in de Sinterklaastijd.
~~~