Het Sinterklaasfeest wordt in heel wat landen gevierd, zoals in België, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Oekraïne, Oostenrijk, Verenigde Staten van Amerika en Zwitserland. Echter, in elk land of streek is er een eigen feest. De Sinterklaasfeesten zijn uitvloeisels van eeuwenoude rituelen.
Het Sinterklaasfeest heeft wortels in de zonnecultus. Van een dergelijke cultus is al sprake rond 2500 vóór Christus. De terugkeer van de zon en het licht werden gevierd. Deze zonnewende vindt nog steeds plaats aan het einde van het jaar. Op 21 december wordt de donkerste dag meegemaakt en na deze dag wordt het dagelijks iets meer licht. In de zonnecultus met een midwinterfeest passen ook tradities, waaronder deze van Sinterklaas en zijn donkere metgezellen. Sinterklaas is dan ook een lichtbrenger met vruchtbaarheid voor de komende tijd.
Kunstschilder Jan Havickszoon Steen (1626-1679) maakt barokke werken en daaronder bevindt zich “Het Sint-Nicolaasfeest” voor een katholieke opdrachtgever. Het schilderij is in 1665-1668 gemaakt van olieverf op doek en de afmetingen zijn 82 cm bij 70,5 cm. Het doek is te zien in het Rijksmuseum te Amsterdam. Het schilderij toont een gezin in de vooravond van 6 december. Centraal staat de jongste dochter, die is beloond met een pop, koek van een heilige en andere cadeautjes en belangstelling krijgt van haar moeder. Zij heeft zich in het afgelopen jaar zeer zeker goed gedragen. Naast het meisje staat haar huilende broertje. De jongen is verdrietig want in zijn schoen is niets gelegd. Hij wordt uitgelachen door een jonger broertje, die naar de lege schoen wijst. De oma staat op de achtergrond en achter een doek heeft zij wellicht nog een cadeautje voor het verdrietige kind. Een oudere zoon heeft een kind op de arm en wijst zijn jongere broertje de schoorsteenpijp, waardoor de geschenken zijn gekomen. De vader zit achter de kinderen en glimlacht om hetgeen gebeurt. In de rechterbenedenhoek, op de tafel, is een geldstuk in een appel geschilderd. Dit is een voorbeeld van een surprise. Jan Havickszoon Steen heeft twee versies gemaakt van “Het Sint-Nicolaasfeest”, namelijke een katholieke weergave en protestantse uiting. Het schilderij voor de protestantse kunstliefhebber is gemaakt in ±1670, met olieverf op paneel en kent de afmetingen 49 cm bij 58,5 cm. Dit schilderij kent geen koek van een heilige, maar een ovale koek. Dit werk is in eigendom van het Museum Catharijneconvent te Utrecht en is eens in bruikleen gegeven aan het Museum Boijmans – Van Beuningen te Rotterdam.
Wessel Albertus (W. A.) van Hengel (1779-1871), hoogleraar, predikant, protestants theoloog en publicist, heeft als eerste in Nederland onderzoek verricht naar de achtergronden van het Sinterklaasfeest. Hij schrijft hiertoe “Sint-Nikolaas en het Sint-Nikolaas-Feest” in 1831. De publicist legt relaties tussen enkele legenden over Sint-Nicolaas en gebruiken die tot een traditie zijn gaan behoren. Van Hengel spreekt alleen over “Sint-Nikolaas” en niet over metgezellen. De auteur beschrijft het uiterlijk van de Sint en noemt hem “een gemeenen kluchtspeler”, gehuld in beestenhuiden, heeft ogen als vuur, draagt kettingen en heeft een geselroede bij zich. Sinterklaas is er voor het belonen en het straffen. Dit werk is uitgebracht door Uitgeverij S. en J. Luchtmans te Leiden en telt 32 pagina’s. De uitgeverij is een familiebedrijf dat een bestaan kent van 1683 tot in 1848, waarin onder meer twee broers enige tijd de leiding hebben. Dit zijn Samuel Luchtmans (1725-1780 en Johannes Luchtmans (1726-1809). Naast uitgeverij is hun bedrijf ook actief als boekhandel en drukkerij. Het boek is besproken in het Jaarboek Vaderlandse Letteroefeningen, 1832.
Het Sinterklaasfeest geniet een enorme populariteit. Er is behoefte de kracht te ervaren van de mythische figuur van Sint-Nicolaas. Dit doet zich vooral gevoelen in onrustige tijden met ruzies, scheidingen, aanslagen, oorlogen, stakingen en rellen. Mensen hebben nood aan warmte met oprechte aandacht en grote genegenheid. De gezelligheid met het Sinterklaasfeest wordt gezien als een hele leuke ervaring.
In Nederland is het vooral 5 december en in België op 6 december dat de Sint cadeautjes brengt. Bij intochten en andere festiviteiten wordt Sinterklaas vergezeld door metgezellen en veelal zijn dit (Zwarte) Pieten.
In het Oostenrijkse Tirol maken Sinterklaas en de duivelse Krampus hun opwachting in menige plaats. Het gebeurt dat zij zich ook op kerstmarkten laten zien. Veelal op 5 en 6 december zijn in het Italiaanse Zuid-Tirol speciale activiteiten met Sinterklaas en zijn gevolg.
In Duitsland komen de feesten van de Sint met name voor in Beieren en langs de grens met Nederland. In Frankrijk en dan vooral in Lotharingen, zijn er festiviteiten op 5 en 6 december.
Voor de kinderen in Oekraïne is het op de ochtend van 6 december feest, als er een cadeautje onder het kussen van het bed ligt.
~~~