De Germanen geloofden dat de zwarte Eckart, de vertegenwoordiger van de dodenwereld, schoenen vulde met goud. De schoen is dan de verbinding tussen doden en levenden.
Het zetten van de schoen is een zeer oud gebruik. In 1427 worden op 5 december schoenen van arme kinderen gezet bij de Nikolaikerk (Nicolaaskerk) in Utrecht. In de ochtend van de volgende dag, 6 december, liggen er geldstukken in de schoenen. Het geld is bijeengebracht door de wat beter gestelde stadsgenoten. In de praktijk is het tot heden een goede gewoonte dat geld of goederen worden ingezameld voor arme mensen en de Sint is daardoor in de gelegenheid hen wat te schenken.
Tot op de dag van vandaag worden schoenen bij de haard gezet. In plaats van schoenen kunnen dit ook zijn klompen, laarzen, mandjes, sokken en kousen. De gedachte is, dat Zwarte Piet via de schoorsteen in de huiskamer komt en vervolgens wat in de schoen legt. Dit gebruik is ontstaan in het begin van de 18e eeuw. In “De Vermaakelyke Haarlemmer Hout” uit 1715, derde druk, pagina 39, vermeldt Jan van Gijsen/Gijzen (1668-1722), eerst wever en gelegenheidsdichter en later broodschrijver van “Gy ziet hoe dat zy Kous en Schoen ophangen … met Hooy en Water dienst te doen, Aan ’t Paard van Zinter Klaas”.
Bij afwezigheid van een schoorsteen worden schoenen gezet bij een raam of de voordeur. Het zetten van een schoen bij een raam komt door het werpen van geldstukken door Nicolaas, zoals dit is gebeurd bij de drie huwbare dochters. Dit is één van de meest bekende legenden van de Heilige Nicolaas.
In de avond wordt de schoen gezet en is het Sinterklaasliedjes zingen. In de schoen gaat vaak een verlanglijstje en een tekening van het kind voor de Sint. De ander morgen … ligt er wat in de schoen.
Geplaatst: 9 mei 2021
Laatst gewijzigd: 12 december 2024
~~~