In Midden- en Noord-Duitsland komt Knecht Ruprecht voor als metgezel van Sint-Nicolaas. Hij is een monsterlijke verschijning met een grote, donkere baard, hoorns, zwart gezicht en is gehuld in een dierenvacht.
Knecht Ruprecht draagt een lange mantel en heeft een roe bij. Hij roept: “Ich bin der Alte, böse Mann, der aller Kinder fressen kann”, ofwel “Ik ben de oude, kwade man, die alle kinderen kan opvreten”.
Knecht Ruprecht komt , zoals Krampus, uit het bos, dreigt stoute kinderen en wil hen bestraffen.
De naam Ruprecht kan zijn ontstaan uit het Oudhoogduits, dat is gesproken in de periode ±700-±1050). De huidige naam Ruprecht dat staat dan voor “Ruhm Glänzender” (roemrijke glanzende) en dit verwijst naar Wodan. Een andere verklaring van de naam Ruprecht is dat deze komt van “rûhperht, rauwe percht. Het is een verwijzing naar de periode van 12 nachten van Kerstdag (25 december) naar 6 januari, de dag van Perchta of Percht. Deze nachten zijn de heidense 12 nachten; “Rauhnachte” (ruige, zware nachten). Perchta komt uit de Germaanse en Slavische mythologie. Zij rijdt door de lucht en voert de Wilde Jagt van Wodan aan. Perchta beloont vlijt en bestraft luiheid. In het Oudhoogduits komt Perchta van peraht, dat hel of glanzend betekent.
Geplaatst: 9 mei 2021
Laatst gewijzigd: 3 januari 2024