De assistent van Sint-Nicolaas heeft een donkere huidskleur, die verwijst naar de duivel. Deze situatie komt voor sinds de middeleeuwse tijd van de cultus van Sint-Nicolaas. Het zijn duistere figuren die zich ophouden bij de Sint. Met een zwart gemaakt gezicht worden aan de duivel gerelateerde metgezellen uitgebeeld. De begeleider is een “Zwarte Man”. Deze metgezel wordt gezien als een vóór-christelijk personage en symboliseert de duivel. De “Zwarte Man” kenmerkt zich niet alleen door een donkere huidskleur, maar is ook een griezelige, onvriendelijke verschijning, die met kettingen rammelt. Hieruit volgt dat er geen enkel verband met slavernij is, want de zwarte knecht gelijkt op de duivel. Het woord “knecht” is ook genoemd als bijnaam voor de duivel. Het woord knecht is jarenlang in de samenleving gebruikt voor een medewerker in een organisatie.
Zich met roet vermommen is al mogelijk vanaf het moment dat de mens vuur kan maken. Er is dan as beschikbaar om zich met roet in te smeren. Dit is zich doen transformeren naar een duivels personage. Door zich zwart te maken, wil de zwarte gedaante zich in verbinding stellen met overleden voorouders. Dit komt door het roet op het lichaam en zich hierdoor deelgenoot laten maken van de wereld van de doden. Hierdoor is er een verbond met de duivel. Het zich zwart maken met roet is in de tijd van de zonnewende gebeurd op vele plaatsen in Europa en Azië.
Namen voor de duivelse figuur, die Sint-Nicolaas, heeft vergezeld zijn onder meer Beëlzebub, Bullebak, Zwarte Man, Pieter me knecht, Jan en Nicodemus. Later komen benamingen als Pieterbaas, Zwarte Piet en Piet.
Bij Nicolaasfestiviteiten in Midden-Europa laat Sint-Nicolaas zich door duivelse figuren omringen. In landen als België en Nederland zijn het Zwarte Pieten en later Pieten die met Sint-Nicolaas optrekken. De metgezellen van Sint-Nicolaas tonen een heel divers beeld.
Geplaatst: 9 mei 2021
Laatst gewijzigd: 20 november 2024