In het christendom is de Advent de aanloopperiode naar Kerstmis. Het woord “Advent” komt van het Latijnse woord “Adventus” en betekent “komst” of “komende”, want in de Advent wordt het licht in de duisternis verwacht. Maria baart met Kerstmis de Messias of Redder.
De adventsperiode omvat een duur van vier zondagen die vlak vóór Kerstmis komen. De Advent begint op de eerste zondag na 26 november. Op deze dag wordt het feest gevierd van Sint-Siricius (±334–399). Sirius is paus van de christelijke kerk in de periode 384-399 en hij sterft op 26 november. Later is door de Kerk bepaald dat op de zondag na deze dag de Advent begint. De adventstijd eindigt op 24 december en wel in de kerstavond. Aangezien Kerstmis elk jaar op een andere weekdag valt, varieert de lengte van de Advent. De minimale duur van de Advent is 3 weken en 1 dag en de langste periode bedraagt 3 weken en 6 dagen. De feestdag van Nicolaas van Myra is zes december en deze dag valt in de adventsperiode. Hierdoor is Nicolas een adventsheilige met jaarlijks één of twee zondagen in de adventtijd.
In de Oosters-Orthodoxe Kerk begint de Advent op 15 november en duurt dan altijd 40 dagen. Bijgevolg kent deze periode dan niet vier, maar zes kaarsen om op zondag aan te steken.
Tijdens de Advent wordt de adventskrans gebruikt. Dit is een vondst van de Duitse, Lutherse theoloog Johann Hinrich Wichern (1808-1881) in het jaar 1839. Hij geeft onderwijs aan arme kinderen en wil voor hen de periode naar Kerstmis verduidelijken. Hiertoe gebruikt hij een wagenwiel en plaatst daarop 4 witte en 24 rode kaarsen, namelijk één kaars voor elke dag. Voor de zondagen zijn de witte kaarsen en op de doordeweekse dagen is er een rode kaars om aan te steken. In 1839 gebruikt hij voor de periode van 27 november tot en met 24 december 4 witte en 24 rode kaarsen. Door deze symboliek maakt hij de kinderen duidelijk hoeveel nachtjes zij moeten slapen eer het Kerstmis is. Dit is de eerste adventskalender. In 1860 krijgt Johann Hinrich Wichern de inval een adventskrans te maken met een wagenwiel met dennentakken. De naalden van de takken verwijzen naar de doornen van Jezus bij de kruisiging.
~~~